Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 1.2
Geldend
Geldend vanaf 27-11-2019
- Bronpublicatie:
02-10-2019, Stb. 2019, 374 (uitgifte: 31-10-2019, kamerstukken: 35100)
- Inwerkingtreding
27-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2019, Stb. 2019, 431 (uitgifte: 26-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Deze wet is:
- a.
van toepassing op de luchthavens, het luchtverkeer, de luchtverkeersbeveiliging, de luchtvaartnavigatiediensten, de luchtvaartuigen, het vervoer en de vluchtuitvoering met luchtvaartuigen binnen het vluchtinformatiegebied Amsterdam, voor zover hetgeen bij of krachtens de basisverordening is bepaald niet van toepassing is;
- b.
van toepassing op:
- 1°
Nederlandse luchtvaartuigen, alsmede het vervoer en de vluchtuitvoering met Nederlandse luchtvaartuigen buiten het vluchtinformatiegebied Amsterdam;
- 2°
in een buitenlands nationaliteitsregister ingeschreven luchtvaartuigen ten aanzien waarvan de Nederlandse Staat als staat van exploitatie geldt en een artikel 83bis-overeenkomst heeft gesloten,
tenzij en voor zover:
- i.
hetgeen bij of krachtens de basisverordening is bepaald van toepassing is, of
- ii.
ter zake van een Nederlands luchtvaartuig een artikel 83bis-overeenkomst is gesloten;
- c.
met betrekking tot het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 2, 3, en 4 en de artikelen 5.13a, 5.14b, 11.1, 11.2, 11.2a, 11.3 tot en met 11.14 mede van toepassing binnen het luchtruim van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en op het territoir van deze openbare lichamen;
- d.
met betrekking tot het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 11 van toepassing op de verleners van luchtvaartnavigatiediensten die bij of krachtens deze wet zijn gecertificeerd.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat, op nader in die algemene maatregel aan te geven categorieën van personeel of op bepaalde soorten van luchtvaartuigen, op bepaalde soorten van vervoer of op bepaalde vormen van vluchtuitvoering, indien toepassing van deze wet in redelijkheid niet kan worden gevergd en de veiligheid van het luchtverkeer niet in gevaar wordt gebracht, geheel of gedeeltelijk niet van toepassing zijn:
- —
de artikelen 2.1 tot en met 2.10 of één of meer van deze artikelen,
- —
- —
- —
titel 5.1, met uitzondering van de artikelen 5.14b tot en met 5.14d, of 5.2,
- —
- —
hoofdstuk 9, of
- —
3.
Bij de toepassing van het tweede lid kunnen bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur voorschriften en beperkingen worden opgenomen met betrekking tot één of meer buiten toepassing van de wet te laten onderdelen. Deze voorschriften en beperkingen kunnen mede betrekking hebben op de beperking van geluidshinder.