Einde inhoudsopgave
Kaderwet dienstplicht
Artikel 20 Procedure oproeping in buitengewone omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1997
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Invoeringswet Coordinatiewet uitzonderingstoestanden (03-04-1996, Stb. 366).
- Bronpublicatie:
13-03-1997, Stb. 1997, 139 (uitgifte: 03-04-1997, kamerstukken: 24245)
13-03-1997, Stb. 1997, 139 (uitgifte: 03-04-1997, kamerstukken: 24245)
- Inwerkingtreding
01-05-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-1997, Stb. 1997, 163 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
23-04-1997, Stb. 1997, 172 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd de artikelen 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden kan, ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, artikel 19, eerste lid, in werking worden gesteld.
2.
Wanneer het besluit, bedoeld in het eerste lid, is genomen wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden omtrent het voortduren van de werking van artikel 19, eerste lid.
3.
Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan wordt bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, artikel 19, eerste lid, onverwijld buiten werking gesteld.
4.
Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, kan artikel 19, eerste lid, buiten werking worden gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.
5.
Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.
6.
Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.