Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit
Artikel 10.42b (verstrekking en publicatie verslag monitoring geluidproductieplafonds)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Voor industrieterreinen in een gemeente die niet ligt in een bij ministeriële regeling aangewezen agglomeratie, doet het college van burgemeester en wethouders voor 18 juli 2029 en daarna elke vijf jaar verslag van de resultaten van de monitoring, bedoeld in artikel 11.45 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, en de wijze waarop is voldaan aan de resultaatsverplichting, bedoeld in artikel 3.44 van dat besluit. Het verslag bevat daarnaast:
- a.
een overzicht van de op grond van artikel 2.11a van de wet vastgestelde geluidproductieplafonds waarbij toepassing is gegeven aan artikel 3.37 van het Besluit kwaliteit leefomgeving;
- b.
een beschrijving van de ontwikkelingen van het bronbeleid en andere relevante ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de geluidproductieplafonds als bedoeld onder a;
- c.
een motivering of de ontwikkelingen, bedoeld onder b, aanleiding geven tot intrekking of wijziging van geluidproductieplafonds als bedoeld onder a;
- d.
de conclusies naar aanleiding van de resultaten van de monitoring, bedoeld in artikel 11.45 van het Besluit kwaliteit leefomgeving; en
- e.
een overzicht van de maatregelen die naar verwachting de komende vijf jaar nodig zijn om te voldoen aan de resultaatsverplichting, bedoeld in artikel 3.44 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
2.
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat doet jaarlijks verslag van de resultaten van de monitoring, bedoeld in artikel 11.45 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, en de wijze waarop is voldaan aan de resultaatsverplichting, bedoeld in artikel 3.44 van dat besluit.
3.
De beheerder, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Spoorwegwet, doet jaarlijks aan Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat verslag van de resultaten van de monitoring, bedoeld in artikel 11.45 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, en de wijze waarop is voldaan aan de resultaatsverplichting, bedoeld in artikel 3.44 van dat besluit.
4.
Als toepassing is gegeven aan artikel 3.46, tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, doen het college van burgemeesters en wethouders en gedeputeerde staten elk jaar voor 18 juli voor de betrokken geluidproductieplafonds verslag van de monitoring, bedoeld in artikel 11.45 van dat besluit.
5.
Het verslag van de monitoring wordt voor een ieder elektronisch beschikbaar gesteld.