Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet
Artikel 22a
Geldend
Geldend vanaf 17-02-1999
- Bronpublicatie:
28-01-1999, Stb. 1999, 30 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25836)
- Inwerkingtreding
17-02-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-1999, Stb. 1999, 40 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Het buitengewoon pensioen van de weduwe, wier echtgenoot over een periode van ten minste drie maanden, voorafgaande aan zijn overlijden in het genot was gesteld van een blijvend buitengewoon pensioen uit hoofde van een invaliditeit van ten minste negentig procent wordt gedurende het eerste jaar na het overlijden van de echtgenoot verhoogd met twintig procent van de pensioengrondslag en gedurende het tweede jaar na het overlijden met tien procent van die grondslag, voor zover het verhoogde buitengewoon weduwen-pensioen daardoor gedurende het eerste jaar niet meer dan vijfentachtig procent van de minimum-pensioengrondslag bedraagt en gedurende het tweede jaar niet meer dan vijfenzeventig procent van die grondslag.