Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet EFRO
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 22-02-2014
- Bronpublicatie:
22-01-2014, Stb. 2014, 48 (uitgifte: 07-02-2014, kamerstukken: 33735)
- Inwerkingtreding
22-02-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2014, Stb. 2014, 86 (uitgifte: 21-02-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Europees bestuursrecht
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij regeling van Onze Minister kunnen in verband met subsidieverstrekking in het kader van een programma regels worden gesteld omtrent:
- a.
subsidiabiliteit van de kosten van projecten;
- b.
de vaststelling van subsidieplafonds of deelplafonds, alsmede omtrent de bevoegdheden ter zake van een of meer autoriteiten als bedoeld in artikel 3;
- c.
de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt;
- d.
de criteria om voor subsidie in aanmerking te komen;
- e.
het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;
- f.
de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;
- g.
de aanvraag, alsmede de wijze waarop gegevens worden aangeleverd;
- h.
de verplichtingen van de subsidieontvanger;
- i.
de vaststelling van de subsidie;
- j.
de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;
- k.
intrekking en wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;
- l.
de financiering van het project en de wijze waarop deze tot stand komt;
- m.
de controle en het toezicht bij de uitvoering van een programma;
- n.
de procedure en tijdsverloop rond de besluitvorming over de subsidieverstrekking ter uitvoering van een programma.
2.
De in het eerste lid bedoelde regels hebben, tenzij uit een EFRO-verordening anders voortvloeit, betrekking op de ten laste van het EFRO te verstrekken middelen, op de vanwege het Rijk te verstrekken cofinanciering en op andere cofinanciering voor zover de betrokken gemeente, provincie of het betrokken openbaar lichaam daartoe heeft besloten.