Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2022/2523 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie
Artikel 17 Uitsluiting van inkomen uit internationale scheepvaart
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2023, L 13).
- Bronpublicatie:
15-12-2022, PbEU 2022, L 328 (uitgifte: 22-12-2022, regelingnummer: 2022/2523)
- Inwerkingtreding
23-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2022, PbEU 2022, L 328 (uitgifte: 22-12-2022, regelingnummer: 2022/2523)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Tarief
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht / Algemeen
1.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a)
‘inkomen uit internationale scheepvaart’: netto-inkomen dat een groepsentiteit verkrijgt uit de volgende activiteiten, op voorwaarde dat het vervoer niet plaatsvindt over binnenwateren binnen dezelfde jurisdictie:
- i)
vervoer van passagiers of vracht per schip in het internationale verkeer, ongeacht of het schip eigendom is van, geleased wordt door of anderszins ter beschikking staat van de groepsentiteit;
- ii)
vervoer van passagiers of vracht per schip in het internationaal verkeer in het kader van slotcharterovereenkomsten;
- iii)
leasing, op basis van charter met volledige uitrusting, bemanning en bevoorrading, van een schip voor het vervoer van passagiers of vracht in het internationale verkeer;
- iv)
leasing, op basis van rompbevrachting, van een schip dat wordt gebruikt voor het vervoer van passagiers of vracht in het internationale verkeer aan een andere groepsentiteit;
- v)
participatie in een poolovereenkomst, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal opererend agentschap voor het vervoer van passagiers of vracht per schip in het internationale verkeer, en
- vi)
verkoop van een schip dat gebruikt wordt voor het vervoer van passagiers of vracht in het internationale verkeer, mits het schip gedurende ten minste één jaar door de groepsentiteit voor gebruik is aangehouden;
- b)
‘inkomen uit gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart’: het door een groepsentiteit behaalde netto-inkomen uit de volgende activiteiten, mits die activiteiten hoofdzakelijk worden verricht in verband met het vervoer van passagiers of vracht per schip in het internationale verkeer:
- i)
leasing, op basis van rompbevrachting, van een schip aan een andere scheepvaartonderneming die geen groepsentiteit is, mits de looptijd van de charterovereenkomst niet langer dan drie jaar duurt;
- ii)
verkoop van door andere scheepvaartondernemingen uitgegeven vervoersbewijzen voor het binnenlandse deel van een internationale reis;
- iii)
leasing en kortdurende opslag van containers of overligkosten voor laattijdige retour van containers;
- iv)
dienstverlening aan andere scheepvaartondernemingen door ingenieurs, onderhoudspersoneel, vrachtbehandelaars, cateringpersoneel en personeel voor klantenservice, en
- v)
inkomen uit investeringen, waarbij de investeringen die het inkomen genereren, integraal zijn verricht in het kader van de exploitatie van schepen in het internationale verkeer.
2.
Het door een groepsentiteit behaalde inkomen uit activiteiten in de internationale scheepvaart en uit de gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart wordt niet meegenomen in de berekening van haar kwalificerende inkomen of verlies, op voorwaarde dat de groepsentiteit aantoont dat het strategische of commerciële beheer van alle betrokken schepen feitelijk wordt verricht vanuit de jurisdictie waar zij is gevestigd.
3.
Wanneer de berekening van het door een groepsentiteit behaalde inkomen uit activiteiten in de internationale scheepvaart en uit gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart in een verlies resulteert, wordt dat verlies niet meegenomen in de berekening van het kwalificerende inkomen of verlies van die groepsentiteit.
4.
Het totale inkomen uit gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart van alle in een jurisdictie gevestigde groepsentiteiten mag niet meer bedragen dan 50 % van hun inkomen uit activiteiten in de internationale scheepvaart.
5.
De door een groepsentiteit gemaakte kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan haar in lid 1, punt a), genoemde activiteiten in de internationale scheepvaart en haar in lid 1, punt b), genoemde gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart, worden aan die activiteiten toegerekend voor de berekening van het door die groepsentiteit behaalde netto-inkomen uit activiteiten in de internationale scheepvaart en netto-inkomen uit gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart.
De door een groepsentiteit gemaakte kosten die onrechtstreeks voortvloeien uit haar activiteiten in de internationale scheepvaart en haar gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart, worden afgetrokken van de inkomsten van de groepsentiteit uit die activiteiten voor de berekening van de door die groepsentiteit behaalde opbrengsten uit activiteiten in de internationale scheepvaart en gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart op basis van haar opbrengsten uit die activiteiten in verhouding tot haar totale opbrengsten.
6.
Alle directe en indirecte kosten die worden toegerekend aan het inkomen van een groepsentiteit uit activiteiten in de internationale scheepvaart en uit gekwalificeerde nevenactiviteiten in de internationale scheepvaart overeenkomstig lid 5, worden uitgesloten van de berekening van haar kwalificerende inkomen of verlies.