Einde inhoudsopgave
Opiumwetbesluit
Artikel 3 [Eisen recept]
Geldend
Geldend vanaf 17-03-2003
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Wet van 13-07-2002, Stb. 520.
- Bronpublicatie:
09-12-2002, Stb. 2002, 624 (uitgifte: 23-12-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-03-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-02-2003, Stb. 2003, 96 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elk voor te schrijven opiumwetmiddel wordt op een afzonderlijk recept voorgeschreven.
2.
Een recept voor een opiumwetmiddel wordt door degene die voorschrijft in onuitwisbare letters gesteld en ondertekend onder vermelding van de datum van ondertekening. Het recept bevat:
- a.
de naam en voorletters, het adres, de woonplaats en het telefoonnummer van degene die voorschrijft;
- b.
de naam van het voorgeschreven opiumwetmiddel alsmede, voluit in letters geschreven, de hoeveelheid daarvan.
3.
Indien een recept strekt ter aflevering van een opiumwetmiddel aan een persoon ten behoeve van wie of ten behoeve van wiens dier het opiumwetmiddel wordt voorgeschreven, bevat het recept tevens:
- a.
de naam en voorletters, het adres en de woonplaats van die persoon en, voor zover het recept een dier betreft, een aanduiding van het dier;
- b.
een duidelijke omschrijving van de wijze van gebruik, waaronder begrepen de per etmaal ten hoogste te gebruiken hoeveelheid;
- c.
het toegelaten aantal herhalingen, voluit geschreven in letters.
4.
Indien een opiumwetmiddel wordt voorgeschreven ten behoeve van een persoon onderscheidenlijk een dier, doch wordt afgeleverd door tussenkomst van degene die voorschrijft, bevat het recept, behalve de in het tweede lid en het derde lid, onder a, bedoelde gegevens tevens de woorden ‘in manu medici’ of een aanduiding van gelijke strekking.