Einde inhoudsopgave
Circulaire toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020
6.5 Voorkomen en oplossen van individuele geschillen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
28-08-2018, Stcrt. 2018, 49773 (uitgifte: 03-09-2018, regelingnummer: 2018-0000732185)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-08-2018, Stcrt. 2018, 49773 (uitgifte: 03-09-2018, regelingnummer: 2018-0000732185)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Vanwege de overgang naar het private arbeidsrecht zijn de procedures van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet meer van toepassing op beslissingen van de werkgever over rechtspositionele aangelegenheden. Partijen willen de preventie die uitgaat van de Awb op onzorgvuldig handelen door de werkgever en het kwaliteitsverhogende effect op de besluitvorming van de Awb-bezwarenprocedure behouden, zonder daarbij de als onnodig juridificerend ervaren procedures te handhaven. Om de kwaliteitsborging die uitgaat van de volledige heroverweging tijdens de bezwarenprocedure te behouden, zullen de daartoe bevoegde leidinggevenden managementbeslissingen (inzake de strafmaat bij disciplinaire straffen, ontslag, waaronder de keuze van de ontslaggrond, ordemaatregelen en vaststellingsovereenkomsten) vooraf ter toetsing voorleggen aan een deskundige.
In aanvulling daarop spreken partijen de volgende nog nader uit te werken en in de Rijkscao op te nemen hoofdlijn af:
- •
De nadruk van partijen ligt op het voorkomen van geschillen en deze bij voorkeur op te lossen via een gesprek – al dan niet onder begeleiding. Daarom spreken partijen af een geschillenloket voor medewerkers en managers in te richten waar zij terecht kunnen voor situaties waar een conflict is of dreigt. Via het geschillenloket wordt bepaald welke route er het beste past bij het geschil. Partijen maken nog nadere afspraken over de invulling en vormgeving van het geschillenloket.
- •
Uit de technische omzetting van de huidige rechtspositie volgt dat geschillen over daarin benoemde onderwerpen moeten worden voorgelegd aan een geschillencommissie. Partijen hebben vastgesteld dat dit in ieder geval betreft: de geschillen die worden voorgelegd aan de rijksbrede VWNW-commissie, de Commissie van Advies Bezwaren Functiewaardering en geschillen over beoordelingen. Ten behoeve van de voortzetting hiervan willen partijen een zoveel mogelijk rijksbreed functionerende commissie instellen die afhankelijk van het onderwerp kan worden samengesteld uit een pool van deskundigen. Deze commissie kan zich ook buigen over geschillen waarvan het geschillenloket adviseert dat die gebaat zijn bij behandeling door een geschillencommissie. Partijen maken nog nadere afspraken over de invulling en vormgeving van deze commissie, waarvan de leden voor de helft voorgedragen zullen worden door de bonden en voor de andere helft door de werkgever.
In de bij deze paragraaf behorende bijlage bij deze overeenkomst is deze hoofdlijn nader toegelicht.