Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 651/2012 betreffende de uitgifte van euromunten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 16-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 651/2012)
- Inwerkingtreding
16-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 651/2012)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de uitgifte van euromunten
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 133,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De conclusies van de Raad van 23 november 1998 en van 5 november 2002 betreffende euromunten voor verzamelaars, Aanbeveling 2009/23/EG van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (3), bevestigd door de conclusies van de Raad van 10 februari 2009, en Aanbeveling 2010/191/EU van de Commissie van 22 maart 2010 betreffende de draagwijdte en de gevolgen van de hoedanigheid van wettig betaalmiddel van eurobankbiljetten en -munten (4) bevatten aanbevelingen voor praktijken betreffende de uitgifte van voor circulatie bestemde euromunten, waaronder euroherdenkingsmunten, overleg voorafgaand aan de vernietiging van voor circulatie geschikte euromunten en het gebruik van euromunten voor verzamelaars.
- (2)
Bij gebrek aan bindende bepalingen voor de uitgifte van euromunten kunnen tussen de lidstaten verschillende praktijken ontstaan en is geen voldoende geïntegreerd kader voor de eenheidsmunt tot stand gebracht. In het belang van de transparantie en rechtszekerheid is het derhalve noodzakelijk bindende regels voor de uitgifte van euromunten in te voeren.
- (3)
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (5) hebben in euro of in cent luidende munten die aan de door de Raad vastgestelde denominaties en technische specificaties voldoen, de hoedanigheid van wettig betaalmiddel in alle lidstaten die de euro als munt hebben. De denominaties en technische specificaties van euromunten zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (6).
- (4)
Lidstaten die de euro als munt hebben, moeten tevens de mogelijkheid hebben om herdenkingsmunten van 2 euro uit te geven om bepaalde gebeurtenissen te vieren, behoudens per jaar en per lidstaat van uitgifte vastgestelde limieten voor het aantal uitgiften van dergelijke munten. Voor euroherdenkingsmunten dienen bepaalde oplagebeperkingen te worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat dergelijke munten een klein percentage van het totale aantal in omloop zijnde muntstukken van 2 euro blijven vormen. Dergelijke oplagebeperkingen moeten evenwel de uitgifte van een voldoende hoeveelheid munten toestaan opdat euroherdenkingsmunten daadwerkelijk in omloop kunnen komen.
- (5)
Lidstaten die de euro als munt hebben, moeten voorts euromunten voor verzamelaars kunnen uitgeven die niet voor circulatie bestemd zijn en die gemakkelijk van circulatiemunten te onderscheiden zijn. Euromunten voor verzamelaars zouden enkel in de lidstaat van uitgifte de hoedanigheid van wettig betaalmiddel moeten hebben en niet mogen worden uitgegeven om in omloop te worden gebracht.
- (6)
Het is passend dat de uitgiften van euromunten voor verzamelaars worden verantwoord op basis van het totale door de Europese Centrale Bank goed te keuren aantal munten en niet op basis van het aantal munten per afzonderlijke uitgifte.
- (7)
Het gebruik van verschillende denominaties van euromunten en eurobiljetten, volgens het huidige systeem, moet op gezette tijden zorgvuldig door de bevoegde instellingen worden getoetst aan de criteria kosten en publieke aanvaardbaarheid. In het bijzonder, dient de Commissie een effectbeoordeling uit te voeren over het voortzetten van de uitgifte van munten van 1 en 2 cent.
- (8)
Om te vermijden dat voor circulatie geschikte euromunten door een lidstaat worden vernietigd terwijl in een andere lidstaat behoefte aan dergelijke munten kan zijn, dienen de lidstaten met elkaar overleg te plegen alvorens dergelijke munten te vernietigen,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 273 van 16.9.2011, blz. 2.
Standpunt van het Europees Parlement van 22 mei 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 26 juni 2012.
PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52.
PB L 83 van 30.3.2010, blz. 70.
PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.
PB L 139 van 11.5.1998, blz. 6.