Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Denemarken tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 06-03-1998
- Bronpublicatie:
01-07-1996, Trb. 1996, 276 (uitgifte: 09-10-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-03-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-03-1998, Trb. 1998, 57 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:
- a.
betekent de uitdrukking ‘Staat’ Nederland of Denemarken, al naar de context vereist; de uitdrukking ‘Staten’ betekent Nederland en Denemarken;
- b.
betekent de uitdrukking ‘Nederland’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee, en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, soevereine rechten uitoefent met betrekking tot de zeebodem, de ondergrond daarvan en de daarboven gelegen wateren, en hun natuurlijke rijkdommen;
- c.
betekent de uitdrukking ‘Denemarken’ het Koninkrijk Denemarken, met inbegrip van ieder gebied buiten de territoriale zee van Denemarken, voor zover dat gebied in overeenstemming met het internationale recht krachtens de Deense wetgeving is of zal worden aangemerkt als een gebied waarbinnen Denemarken soevereine rechten kan uitoefenen met betrekking tot de exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem of de ondergrond daarvan en de wateren boven de zeebodem en met betrekking tot andere activiteiten ten behoeve van de economische exploitatie en exploratie van het gebied; de uitdrukking omvat niet de Faeröereilanden en Groenland;
- d.
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- e.
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- f.
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een van de Staten’ en ‘onderneming van de andere Staat’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een van de Staten en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Staat;
- g.
betekent de uitdrukking ‘internationaal verkeer’ alle vervoer met een schip of luchtvaartuig geëxploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van de werkelijke leiding in een van de Staten is gelegen, behalve wanneer het schip of luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Staat zijn gelegen;
- h.
betekent de uitdrukking ‘onderdanen’:
- 1.
alle natuurlijke personen die de nationaliteit van een van de Staten bezitten;
- 2.
alle rechtspersonen, vennootschappen en verenigingen die hun rechtspositie als zodanig ontlenen aan de wetgeving die in een van de Staten van kracht is;
- i.
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- 1.
in Nederland de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- 2.
in Denemarken de Minister van Belastingheffing of zijn bevoegde vertegenwoordiger.
2.
Voor de toepassing van het Verdrag door een van de Staten heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is.