Einde inhoudsopgave
Richtlijn 86/635/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen
Artikel 41
Geldend
Geldend vanaf 23-12-1986
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEG 1987, L 60).
- Bronpublicatie:
08-12-1986, PbEG 1986, L 372 (uitgifte: 31-12-1986, regelingnummer: 86/635/EEG)
- Inwerkingtreding
23-12-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-1986, PbEG 1986, L 372 (uitgifte: 31-12-1986, regelingnummer: 86/635/EEG)
- Vakgebied(en)
Jaarrekening (V)
1.
De in artikel 15, lid 3, van Richtlijn 78/660/EEG voorgeschreven gegevens worden tevens verlangd voor de actiefbestanddelen welke in de zin van artikel 35 van de onderhavige richtlijn als vaste activa worden aangemerkt. De verplichting de waardecorrecties afzonderlijk op te geven geldt evenwel niet wanneer een Lid-Staat krachtens artikel 34, lid 2, van de onderhavige richtlijn een compensatie tussen de waardecorrecties heeft toegestaan. In dit geval mogen de waardecorrecties met andere posten worden samengevoegd.
2.
De Lid-Staten schrijven voor dat de kredietinstellingen in de toelichting bovendien de volgende gegevens verstrekken:
- a)
de onder de actiefposten 5 tot en met 8 opgenomen effecten, uitgesplitst naar genoteerde en niet-genoteerde effecten;
- b)
de onder de actiefposten 5 en 6 opgenomen effecten, uitgesplitst naar gelang zij uit hoofde van artikel 35 al dan niet als financiële vaste activa worden aangemerkt, alsmede het criterium dat werd gehanteerd om de twee categorieën effecten te onderscheiden;
- c)
het bedrag van de leasingtransacties, uitgesplitst volgens de desbetreffende balansposten;
- d)
actiefpost 13 en passiefpost 4, alsmede de posten 10 en 18 (verticaal schema) of A 6 en A 11 (horizontaal schema), en de posten 7 en 17 (verticaal schema) of B 7 en B 9 (horizontaal schema) van de winst- en verliesrekening, uitgesplitst over de voornaamste bestanddelen welke onder deze posten zijn begrepen, indien deze gegevens voor de beoordeling van de jaarrekening niet onbelangrijk zijn. Ook dienen het bedrag en de aard ervan te worden toegelicht;
- e)
de door de kredietinstelling in het boekjaar op achtergestelde schulden betaalde lasten;
- f)
het feit dat een instelling beheers- en bemiddelingsdiensten voor derden verricht, wanneer deze activiteiten in verhouding tot de activiteiten van de instelling als geheel een belangrijke omvang hebben;
- g)
het totale bedrag van de in buitenlandse valuta luidende actiefbestanddelen en van de in buitenlandse valuta luidende passiefbestanddelen, omgerekend in de valuta van de jaarrekening;
- h)
een beschrijving van de categorieën op de balansdatum niet-afgewikkelde termijntransacties, waarbij voor elke categorie transacties met name wordt aangegeven of een belangrijk deel van deze transacties is aangegaan om zich in te dekken tegen de gevolgen van schommelingen van rentevoeten, wisselkoersen of marktprijzen, en of een belangrijk deel commerciële transacties betreft. Deze categorieën transacties omvatten alle transacties waarvan de baten of lasten moeten worden opgenomen onder post 6 van artikel 27, post A 3 of post B 4 van artikel 28 of onder punt 3 van artikel 29, bij voorbeeld deviezen, edele metalen, effecten, kasbons en andere zaken.