Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 4
Artikel 933
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Burgerlijk Wetboek Boek 4, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 494 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Erfrecht / Algemeen
Erfrecht / Bijzondere onderwerpen
Erfrecht / Erfopvolging bij versterf
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
1.
De geneesheren, heelmeesters, apothekers en andere personen de geneeskunde uitoefenende, welke iemand, gedurende de ziekte waaraan hij overleden is, bediend hebben, alsmede de bedienaars van de godsdienst, welke hem gedurende die ziekte hebben bijgestaan, kunnen geen voordeel trekken uit de uiterste wilsbeschikkingen, welke zodanige persoon, gedurende de loop dier ziekte, te hunnen behoeve mocht hebben gemaakt.
2.
Ook kan degene die een voor de verzorging of verpleging van bejaarden of geestelijk gestoorden bestemde instelling exploiteert of die daarvan de leiding heeft of daarin werkzaam is, geen voordeel trekken uit de uiterste wilsbeschikkingen, welke zodanig persoon gedurende zijn verblijf in die instelling te zijnen behoeve mocht hebben gemaakt.
3.
Hiervan zijn uitgezonderd:
- 1°
de beschikkingen tot vergelding van gedane diensten, bij wijze van legaat gemaakt, evenals bij het vorige artikel is vastgesteld;
- 2°
de beschikkingen ten voordele van de echtgenoot van de erflater;
- 3°
de beschikkingen, zelfs algemene, gemaakt ten voordele van bloedverwanten tot de vierde graad ingesloten, indien de overledene geen erfgenamen in de rechte linie mocht hebben nagelaten; tenware degene, te wiens voordele de beschikking gemaakt is, zelf onder het getal dier erfgenamen mocht behoren.