Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 40b Te verstrekken gegevens bij toelating
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
20-02-2019, Stb. 2019, 119 (uitgifte: 20-03-2019, kamerstukken: 34878)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2020, Stb. 2020, 166 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Onverminderd bij algemene maatregel van bestuur gegeven voorschriften met betrekking tot de in- en uitschrijving van leerlingen, vindt toelating van een leerling als bedoeld in artikel 40 slechts plaats nadat de ouders de gegevens betreffende de geslachtsnaam, de voorletters, de geboortedatum, het geslacht en het persoonsgebonden nummer van de leerling hebben overgelegd. Indien de ouders aannemelijk maken dat zij geen persoonsgebonden nummer van de leerling kunnen overleggen, vindt de toelating plaats met inachtneming van het derde lid.
2.
De in het eerste lid bedoelde gegevens worden overgelegd door middel van een van overheidswege verstrekt document, waarin de desbetreffende gegevens zijn opgenomen.
3.
Indien de ouders aannemelijk maken dat zij geen persoonsgebonden nummer van de leerling kunnen overleggen, meldt het bevoegd gezag binnen twee weken na het besluit tot toelating aan Onze Minister de beschikbare gegevens van de leerling, bedoeld in het eerste lid, alsmede zijn adres en woonplaats en, indien aanwezig, het leerlingadministratienummer.
4.
Onze Minister verstrekt binnen acht weken na ontvangst van de melding, bedoeld in het derde lid, aan het bevoegd gezag het burgerservicenummer van de leerling, dan wel, indien is gebleken dat hem niet van overheidswege een burgerservicenummer is verstrekt, het onderwijsnummer van de leerling. Het onderwijsnummer is een door Onze Minister uitgegeven en aan de leerling toegekend persoonsgebonden nummer.
5.
Het bevoegd gezag neemt de in het eerste en vierde lid bedoelde gegevens op in de leerlingenadministratie van de school. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald welke andere gegevens in de leerlingenadministratie worden opgenomen.
6.
Indien aan een leerling een onderwijsnummer is toegekend en het bevoegd gezag de beschikking krijgt over zijn burgerservicenummer, neemt het bevoegd gezag dit burgerservicenummer terstond als persoonsgebonden nummer op in de leerlingenadministratie van de school in de plaats van het onderwijsnummer. Het bevoegd gezag meldt deze wijziging binnen twee weken aan Onze Minister onder opgave van het burgerservicenummer en het onderwijsnummer van de leerling.