Wijzigingswet Faillissementswet in verband met herziening van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
Artikel IV
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Bronpublicatie:
24-05-2007, Stb. 2007, 192 (uitgifte: 07-06-2007, kamerstukken: 29942)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2007, Stb. 2007, 222 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ten aanzien van schuldenaren op wie de schuldsaneringsregeling voorlopig van toepassing is verklaard, blijft het recht van toepassing zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, totdat onherroepelijk op het verzoek is beslist. Nadat onherroepelijk is beslist, blijft artikel 350, derde lid, onder f, buiten toepassing.
2.
Op een saneringsplan dat op de datum van inwerkingtreding van deze wet door de rechter reeds is vastgesteld, blijft het recht van toepassing zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van deze wet.
3.
Indien na de datum van inwerkingtreding van deze wet de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op grond van artikel 356, tweede lid, is artikel 358, eerste lid, niet van toepassing op vorderingen die voortvloeien uit een strafrechtelijke veroordeling als bedoeld in artikel 358, vierde lid, die minder dan vijf jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend, onherroepelijk is geworden. Dit geldt ook voor een vordering die voortvloeit uit een veroordeling tot betaling van schadevergoeding die is vastgesteld door de burgerlijke rechter nadat de strafrechter die over het misdrijf of de overtreding heeft geoordeeld, heeft vastgesteld dat de vordering tot betaling van schadevergoeding of een deel daarvan slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht, en die minder dan vijf jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend onherroepelijk is geworden.