Einde inhoudsopgave
Richtlijn 96/9/EG betreffende de rechtsbescherming van databanken
Artikel 11 Beschermingsgerechtigden uit hoofde van het recht sui generis
Geldend
Geldend vanaf 16-04-1996
- Bronpublicatie:
11-03-1996, PbEG 1996, L 77 (uitgifte: 27-03-1996, regelingnummer: 96/6/EG)
- Inwerkingtreding
16-04-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-1996, PbEG 1996, L 77 (uitgifte: 27-03-1996, regelingnummer: 96/6/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Marktintegratie
1.
Het in artikel 7 bedoelde recht geldt voor databanken waarvan de fabrikant of de rechthebbende onderdaan van een Lid-Staat is of zijn gewone verblijfplaats op het grondgebied van de Gemeenschap heeft.
2.
Lid 1 is eveneens van toepassing op vennootschappen en ondernemingen die overeenkomstig de wetgeving van een Lid-Staat opgericht zijn en die hun statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging binnen de Gemeenschap hebben; indien een dergelijke vennootschap of onderneming echter alleen haar statutaire zetel op het grondgebied van de Gemeenschap heeft, moeten haar werkzaamheden een daadwerkelijke en duurzame band hebben met de economie van een Lid-Staat.
3.
De Raad sluit op voorstel van de Commissie overeenkomsten waarbij het in artikel 7 bedoelde recht wordt uitgebreid tot databanken uit derde landen die niet onder de leden 1 en 2 vallen. De duur van de op deze wijze aan databanken verleende bescherming kan niet langer zijn dan de beschermingsduur van artikel 10.