Einde inhoudsopgave
Elektriciteitswet 1998
Artikel 16e
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
09-04-2018, Stb. 2018, 109 (uitgifte: 26-04-2018, kamerstukken: 34627)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2018, Stb. 2018, 129 (uitgifte: 08-05-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
Onze Minister stelt een kader vast inzake de ontwikkeling van windenergie op zee. In het ontwikkelkader wordt in ieder geval opgenomen:
- a.
de locatie van één of meerdere windparken;
- b.
het verwachte tijdstip van ingebruikname van ieder windpark;
- c.
de verwachte levensduur van windparken;
- d.
het maximale vermogen van ieder windpark;
- e.
de minimale transportcapaciteit ten behoeve van ieder windpark;
- f.
de wijze van elektrische ontsluiting van ieder windpark;
- g.
de beoogde opleveringsdatum van onderdelen van het net op zee;
- h.
toekomstige ontwikkelingen inzake windenergie op zee waarmee bij de elektrische ontsluiting rekening wordt gehouden.
2.
Onze Minister kan het ontwikkelkader wijzigen of aanvullen.
3.
De netbeheerder van het net op zee werkt het ontwikkelkader uit in het investeringsplan, bedoeld in artikel 21 en voert zijn taken uit in overeenstemming met het ontwikkelkader.