Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 72 Plichten van accountants
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2010
- Bronpublicatie:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Inwerkingtreding
06-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten bepalen ten minste dat personen die zijn toegelaten in de zin van de Achtste Richtlijn 84/253/EEG van de Raad van 10 april 1984 op de grondslag van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag inzake de toelating van personen, belast met de wettelijke controle van boekhoudbescheiden (1), en die bij een verzekerings- of herverzekeringsonderneming de wettelijke controle verrichten zoals bedoeld in artikel 51 van de Vierde Richtlijn 78/660/EEG, artikel 37 van Richtlijn 83/349/EEG of artikel 31 van Richtlijn 85/611/EEG, dan wel een andere wettelijke taak, verplicht zijn aan de toezichthoudende autoriteiten onverwijld melding te maken van elk feit of besluit met betrekking tot deze onderneming waarvan zij bij de uitvoering van die taken kennis hebben gekregen en dat tot het volgende kan leiden:
- a)
een inbreuk ten gronde op de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen tot vaststelling van de voorwaarden voor vergunning of van specifieke voorschriften betreffende de uitoefening van de werkzaamheden van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen;
- b)
aantasting van de bedrijfscontinuïteit van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming;
- c)
weigering van de goedkeuring van de jaarrekening of het uiten van voorbehouden;
- d)
niet-naleving van het solvabiliteitskapitaalvereiste; of
- e)
niet-naleving van het minimumkapitaalvereiste.
De in de eerste alinea bedoelde personen maken ook melding van alle feiten of besluiten waarvan zij kennis hebben gekregen bij de uitvoering van taken als beschreven in de eerste alinea, bij een onderneming die uit een zeggenschapsband voortvloeiende nauwe banden heeft met de verzekerings- of herverzekeringsonderneming waar zij deze taken uitvoeren.
2.
Melding te goeder trouw aan de toezichthoudende autoriteiten door de personen die zijn toegelaten in de zin van Richtlijn 84/253/EEG, van in lid 1 bedoelde feiten of besluiten vormt geen inbreuk op ongeacht welke op grond van een overeenkomst of van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling opgelegde beperking inzake de openbaarmaking van informatie en leidt voor de betrokken personen tot geen enkele vorm van aansprakelijkheid.
Voetnoten
PB L 126 van 12.5.1984, blz. 20.