Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 83b [Termijn uitspraak]
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2015
- Bronpublicatie:
08-07-2015, Stb. 2015, 292 (uitgifte: 17-07-2015, kamerstukken: 34088)
- Inwerkingtreding
20-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2015, Stb. 2015, 293 (uitgifte: 17-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 is afgewezen binnen een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen aantal dagen, dat niet de dagen van de rust- en voorbereidingstermijn omvat, doet de rechtbank binnen vier weken na het instellen van het beroep uitspraak.
2.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 is afgewezen in andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, doet de rechtbank binnen drieëntwintig weken na het instellen van het beroep uitspraak.
3.
In afwijking van het tweede lid doet de rechtbank binnen vier weken na het instellen van het beroep uitspraak, indien de aanvraag:
- a.
niet in behandeling is genomen op grond van artikel 30;
- b.
niet-ontvankelijk is verklaard op grond van artikel 30a;
- c.
is afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b;
- d.
is afgewezen met toepassing van artikel 4:6 van de Awb, onder verwijzing naar een besluit waarin met toepassing van de Dublinverordening is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag; of
- e.
buiten behandeling is gesteld op grond van artikel 30c.
4.
In de gevallen, bedoeld in het eerste en derde lid, is artikel 8:52, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.