Einde inhoudsopgave
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
Artikel 31 [Doorlevering aan lidstaten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing op verzoeken die zijn gedaan op of na 01-01-2013.
- Bronpublicatie:
27-09-2012, Stb. 2012, 453 (uitgifte: 11-10-2012, kamerstukken: 33246)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2012, Stb. 2012, 453 (uitgifte: 11-10-2012, kamerstukken: 33246)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
Indien Onze Minister van een staat inlichtingen ontvangt die naar verwachting van belang zijn voor de administratie en de handhaving van de Nederlandse wetgeving betreffende de heffing van belastingen die vallen onder de reikwijdte van de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 1, kan hij deze inlichtingen verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten voor wie die inlichtingen van nut kunnen zijn, en aan elke verzoekende autoriteit van een lidstaat, mits dat krachtens een overeenkomst met de staat waar de inlichtingen vandaan komen, is toegestaan.
2.
Onze Minister kan, met inachtneming van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, ter uitvoering van Richtlijn 2011/16/EU ontvangen inlichtingen doorgeven aan een staat, op voorwaarde dat:
- a.
de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn, daarin heeft toegestemd, en
- b.
die staat zich ertoe heeft verbonden de medewerking te verlenen die nodig is om bewijsmateriaal bijeen te brengen omtrent het ongeoorloofde of onwettige karakter van verrichtingen die in strijd blijken te zijn met of een misbruik blijken te vormen van de belastingwetgeving.