Einde inhoudsopgave
Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer
Bijlage 2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
15-06-2017, Stcrt. 2017, 35121 (uitgifte: 26-06-2017, regelingnummer: 2086428)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-05-2017, Stb. 2017, 234 (uitgifte: 13-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 26-09-2014, Stb. 353.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
behorende bij artikel 7, tweede lid
De eisen aan de methode met behulp waarvan een aanvullend bloedonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Besluit wordt verricht:
- •
Het laboratorium dat het aanvullend onderzoek verricht geeft in een bijlage bij het rapport aan welke rijgevaarlijke stoffen zijn onderzocht met de gebruikte methode en vanaf welke concentraties de aanwezigheid van stoffen wordt gerapporteerd.
- •
Het aanvullend onderzoek is gericht op onderzoek naar stoffen die ingedeeld zijn in categorie II en III conform de ICADTS classificatie of vergelijkbare bronnen.
- •
De mate waarin een geneesmiddel de rijvaardigheid beïnvloedt, wordt weergegeven conform de classificatie van The International Council on Alcohol, Drugs & Traffic Safety (ICADTS): Categorie I: geen tot weinig invloed op de rijvaardigheid; Categorie II: licht tot matig negatieve invloed op de rijvaardigheid; Categorie III: ernstige of potentieel gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid.
- •
Als dit aanvullend onderzoek een bredere toepassing kent dan de Wegenverkeerswet 1994 en daarmee meer stoffen dan rijgevaarlijke stoffen kunnen worden gedetecteerd, wordt met een algemene zin in het rapport vermeld dat de eindresultaten van het onderzoek alleen betrekking hebben op de onderzochte rijgevaarlijke stoffen.
- •
Andere stoffen dan de in artikel 2 van het Besluit aangewezen stoffen die zijn gedetecteerd, worden in het rapport geduid door deskundige op het gebied van de forensische toxicologie of de farmacologie, aangezien voor deze stoffen geen specifieke grenswaarden in het Besluit zijn opgenomen.
- •
Het rapport van het tegenonderzoek bevat ook een interpretatie van de resultaten en licht toe in hoeverre de conclusie van dat onderzoek overeenkomt met de conclusie van het initiële onderzoek.