Einde inhoudsopgave
Participatiewet
Artikel 5 Bijstand en voorliggende voorziening
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2021, 627 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken: 35897)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2022, Stb. 2022, 126 (uitgifte: 28-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
bijstand: algemene en bijzondere bijstand;
- b.
algemene bijstand: de bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan;
- c.
bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2, op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, verminderd met de op grond van paragraaf 3.3, door het college vastgestelde verlaging;
- d.
bijzondere bijstand: de bijstand, bedoeld in artikel 35 en de individuele inkomenstoeslag, bedoeld in artikel 36;
- e.
voorliggende voorziening: elke voorziening buiten deze wet waarop de belanghebbende of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen, ter verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven.