Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2157/2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE)
Artikel 39 [Leidinggevend orgaan]
Geldend
Geldend vanaf 08-10-2004
- Bronpublicatie:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Inwerkingtreding
08-10-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Het leidinggevend orgaan is onder eigen verantwoordelijkheid belast met het bestuur van de SE. Een lidstaat kan voorschrijven dat een lid of leden van het leidinggevend orgaan onder eigen verantwoordelijkheid belast is of zijn met de dagelijkse leiding, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor naamloze vennootschappen met statutaire zetel op het grondgebied van die lidstaat.
2.
Het lid of de leden van het leidinggevend orgaan wordt of worden benoemd en ontslagen door het toezichthoudend orgaan.
Een lidstaat kan evenwel bepalen of toestaan dat in de statuten wordt bepaald, dat het lid of de leden van het leidinggevend orgaan benoemd en ontslagen wordt of worden door de algemene vergadering, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor naamloze vennootschappen met statutaire zetel op het grondgebied van die lidstaat.
3.
Niemand mag tegelijkertijd lid zijn van het leidinggevend en van het toezichthoudend orgaan van eenzelfde SE. Het toezichthoudend orgaan kan evenwel in geval van een vacature een van zijn leden aanwijzen om de functie van lid van het leidinggevend orgaan uit te oefenen. Gedurende deze periode mag de betrokkene zijn functie als lid van het toezichthoudend orgaan niet uitoefenen. Een lidstaat kan bepalen dat deze periode in de tijd beperkt is.
4.
Het aantal leden van het leidinggevend orgaan of de regels voor de bepaling van dat aantal worden in de statuten van de SE vastgesteld. Een lidstaat kan evenwel een minimum- en/of een maximumaantal leden voorschrijven.
5.
Wanneer er in een lidstaat niet voorzien is in een dualistisch stelsel voor naamloze vennootschappen met statutaire zetel op zijn grondgebied, kan die lidstaat passende maatregelen met betrekking tot SE's vaststellen.