Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten
Artikel 5 [Aanmaning]
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2024
- Bronpublicatie:
29-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1264 (uitgifte: 30-04-2024, regelingnummer: 2024/1264)
- Inwerkingtreding
30-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1264 (uitgifte: 30-04-2024, regelingnummer: 2024/1264)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 9, VWEU om de betrokken deelnemende lidstaat aan te manen maatregelen te treffen om het tekort te verminderen, wordt genomen binnen twee maanden nadat de Raad uit hoofde van artikel 126, lid 8, VWEU heeft vastgesteld dat geen effectief gevolg aan zijn aanbevelingen is gegeven. In de aanmaning verzoekt de Raad de lidstaat een correctief netto-uitgavenpad uit te voeren overeenkomstig de vereisten van artikel 3, lid 4, van deze verordening. De Raad geeft ook maatregelen aan die bevorderlijk zijn voor het bereiken van het correctieve netto-uitgavenpad.
1 bis.
Een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 9, VWEU om de betrokken deelnemende lidstaat aan te manen maatregelen te treffen om het tekort te verminderen, wordt genomen binnen twee maanden nadat de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 8, VWEU heeft vastgesteld dat geen effectief gevolg aan zijn aanbevelingen is gegeven. In de aanmaning verlangt de Raad dat de lidstaat jaarlijkse begrotingsdoelstellingen realiseert die op grond van de aan de aanmaning ten grondslag liggende prognoses stroken met een benchmark die overeenstemt met een minimale jaarlijkse verbetering van ten minste 0,5 % van het bbp in zijn conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, teneinde het buitensporige tekort binnen de in de aanmaning vastgestelde termijn te corrigeren. De Raad wijst ook maatregelen aan die bevorderlijk zijn voor het bereiken van deze doelstellingen.
2.
De Raad kan op aanbeveling van de Commissie besluiten een herziene aanmaning uit hoofde van artikel 126, lid 9, VWEU vast te stellen indien:
- a)
naar aanleiding van een dergelijke aanmaning doeltreffende maatregelen zijn genomen en de voorwaarden van artikel 26 van Verordening (EU) 2024/1263 van toepassing zijn, of
- b)
de voorwaarden van artikel 25 van Verordening (EU) 2024/1263 van toepassing zijn.
In de herziene aanmaning kan met name de termijn voor het corrigeren van het buitensporige tekort worden verlengd, in de regel met een jaar.