Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 46
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2010
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2014, L 270).
- Bronpublicatie:
07-10-2010, PbEU 2010, L 268 (uitgifte: 12-10-2010, regelingnummer: 904/2010)
- Inwerkingtreding
01-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, PbEU 2010, L 268 (uitgifte: 12-10-2010, regelingnummer: 904/2010)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
1.
De lidstaat van identificatie zorgt ervoor dat het bedrag dat door de niet-gevestigde belastingplichtige is betaald, gestort wordt op de bankrekening in euro die is aangewezen door de lidstaat van verbruik waaraan de betaling verschuldigd is. De lidstaten die hebben voorgeschreven dat de betaling in een andere valuta dan de euro dient te geschieden, zetten de bedragen om in euro tegen de op de laatste dag van de aangifteperiode geldende wisselkoers. De omwisseling vindt plaats volgens de wisselkoersen die de Europese Centrale Bank voor die dag heeft bekendgemaakt of, als er die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de eerstvolgende dag van bekendmaking. De storting vindt plaats uiterlijk tien dagen na het eind van de maand waarin de betaling is ontvangen.
2.
Indien de niet-gevestigde belastingplichtige niet de totale verschuldigde belasting voldoet, zorgt de lidstaat van identificatie ervoor dat de betaling naar de lidstaten van verbruik wordt overgemaakt in evenredigheid met de in elke lidstaat verschuldigde belasting. De lidstaat van identificatie stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van verbruik daarvan langs elektronische weg in kennis.
3.
Wat betreft de betalingen die, overeenkomstig de bijzondere regeling van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3, van Richtlijn 2006/112/EG naar de lidstaat van verbruik moeten worden overgemaakt, mag de lidstaat van identificatie van de in de leden 1 en 2 bedoelde bedragen de volgende percentages inhouden:
- a)
van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016: 30 %,
- b)
van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018: 15 %,
- c)
met ingang van 1 januari 2019: 0 %.