Einde inhoudsopgave
Kieswet
Artikel J 4 [Stemlokalen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
1.
Burgemeester en wethouders wijzen voor elk stembureau een geschikt stemlokaal aan. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen hieromtrent nadere regels worden gesteld. De burgemeester doet van de adressen van de stemlokalen mededeling aan de kiezer op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen wijze.
2.
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat alle in de gemeente aangewezen stemlokalen zodanig zijn gelegen en zo zijn ingericht en uitgerust dat kiezers met lichamelijke beperkingen zoveel mogelijk hun stem zelfstandig kunnen uitbrengen.
3.
Indien burgemeester en wethouders niet voldoen aan het tweede lid informeren zij de gemeenteraad over de reden hiervoor.
4.
Op verzoek van burgemeester en wethouders stellen de besturen van bijzondere scholen de daarvoor in aanmerking komende lokalen en het zich daarin bevindende materiaal voor de inrichting en het gebruik als stemlokaal beschikbaar, desgewenst tegen vergoeding van de daaruit voortvloeiende onkosten.
5.
De burgemeester draagt zorg voor de inrichting van het stemlokaal en wijst zo nodig personen aan die het stembureau ten dienste worden gesteld.