Einde inhoudsopgave
Politiewet 2012
Artikel 61 [Bijstand politie aan Koninklijke marechaussee]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
18-05-2022, Stb. 2022, 216 (uitgifte: 10-06-2022, kamerstukken: 35759)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2022, Stb. 2022, 478 (uitgifte: 30-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
1.
De politie kan bijstand verlenen aan de Koninklijke marechaussee.
2.
Behoeft de Koninklijke marechaussee bijstand van de politie, dan richt het gezag, bedoeld in artikel 14, eerste of tweede lid, een verzoek daartoe aan Onze Minister.
3.
Onze Minister bepaalt of en op welke wijze bijstand wordt verleend en stelt het gezag hiervan in kennis. Indien bijstand wordt geleverd, stelt hij Onze Minister van Defensie hiervan in kennis.
4.
Behoeft de Koninklijke marechaussee bijstand van de politie voor een onderdeel van de politietaak dat op grond van de wet rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van Onze Minister wordt uitgevoerd, dan bepaalt Onze Minister of en op welke wijze bijstand wordt verleend. Onze Minister stelt Onze Minister van Defensie in kennis van de bijstand.
5.
Onze Minister kan algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan de betrokken ambtenaren van politie, voor zover die bijstand verlenen aan de Koninklijke marechaussee bij de taken als bedoeld in artikel 4, derde lid.