Einde inhoudsopgave
Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
03-10-2022, Stb. 2022, 380 (uitgifte: 06-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-11-2022, Stb. 2022, 453 (uitgifte: 17-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 14-10-2020, Stb. 412.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
1.
Justitiële gegevens worden met het oog op het bij wettelijk voorschrift geregelde onderzoek naar de betrouwbaarheid en geschiktheid van een persoon die in aanmerking wil komen voor een functie bij een ambtelijke dienst voorzover de functie bijzondere eisen stelt aan de integriteit of verantwoordelijkheid van de betrokkene, desgevraagd verstrekt aan:
- a.
het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst voorzover het betreft personen die in aanmerking willen komen voor een dienstbetrekking;
- b.
de korpschef voor zover het personen betreft die in aanmerking willen komen voor een dienstbetrekking bij de politie dan wel personen die krachtens overeenkomst werkzaamheden voor de politie willen verrichten;
- c.
Onze Minister voor zover het betreft personen die in aanmerking willen komen voor de functie van korpschef, directeur van de Politieacademie of zijn plaatsvervanger;
- d.
het College van procureurs-generaal voorzover het betreft de personen die in aanmerking willen komen voor een dienstbetrekking als ambtenaar van de rijksrecherche;
- e.
Onze Minister van Buitenlandse Zaken voorzover het betreft personen die in aanmerking willen komen voor een dienstbetrekking bij de Dienst Buitenlandse Zaken;
- f.
de directeur-generaal Belastingdienst, voorzover het betreft de boete- en fraudecoördinator, de contactambtenaar Algemene wet inzake rijksbelastingen, de medewerkers fraudeteam en de autorisatiebeheerder en toepassingsbeheerder;
- g.
de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst Economische controledienst voorzover het betreft de personen die in aanmerking willen komen voor de functie van opsporingsambtenaar;
- h.
het hoofd van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voorzover het betreft de personen die in aanmerking willen komen voor de functie van opsporingsambtenaar;
- i.
de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat voorzover het betreft de personen die in aanmerking willen komen voor de functie van opsporingsambtenaar;
- j.
de directeur van een inrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Penitentiaire beginselenwet, de directeur van een inrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de directeur van een voorziening als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers, de directeur van een grenslogies als bedoeld in artikel 2, aanhef, onder 1, van het Reglement regime grenslogies alsmede de directeur van een inrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen voorzover het betreft personen die in aanmerking willen komen voor een dienstbetrekking.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien op grond van een wettelijk voorschrift gedurende het dienstverband bij een ambtelijke dienst of gedurende het krachtens overeenkomst verrichten van werkzaamheden voor de politie een onderzoek naar de betrouwbaarheid en geschiktheid van een persoon wordt gedaan.
3.
Het eerste lid, onder b, c en d, is van overeenkomstige toepassing voor zover het betreft de personen, bedoeld in artikel 48s, tweede lid, van de Politiewet 2012.