Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 263 Moederondernemingen van buiten de Gemeenschap: niveaus
Geldend
Geldend vanaf 09-12-2011
- Bronpublicatie:
16-11-2011, PbEU 2011, L 326 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: 2011/89/EU)
- Inwerkingtreding
09-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2011, PbEU 2011, L 326 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: 2011/89/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
Ingeval de in artikel 260 bedoelde moederonderneming zelf een dochteronderneming van een verzekeringsholding of een gemengde financiële holding die zijn hoofdkantoor in een derde land heeft, dan wel een verzekerings- of herverzekeringsonderneming van een derde land is, voeren de lidstaten de verificatie als bedoeld in artikel 260 alleen uit op het niveau van de uiteindelijke moederonderneming die een verzekeringsholding van een derde land, een gemengde financiële holding van een derde land, een verzekeringsonderneming van een derde land of een herverzekeringsonderneming van een derde land is.
Toezichthoudende autoriteiten kunnen evenwel, bij gebreke van een gelijkwaardig toezicht als bedoeld in artikel 260, een nieuwe verificatie uitvoeren op een lager niveau waar er een moederonderneming van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen bestaat, ongeacht of het een verzekeringsholding van een derde land, een gemengde financiële holding van een derde land, een verzekeringsonderneming van een derde land of een herverzekeringsonderneming van een derde land betreft.
In een dergelijk geval legt de in artikel 260, lid 1, tweede alinea, bedoelde toezichthoudende autoriteit haar besluit uit aan de groep.
Artikel 262 is mutatis mutandis van toepassing.