Einde inhoudsopgave
Pensioenwet ambtenaren BES
Artikel 112b
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland. Goedgekeurd bij de wet van 30-06-2011, Stb. 355.
- Bronpublicatie:
07-10-2010, Stcrt. 2010, 15519 (uitgifte: 08-10-2010, regelingnummer: 2010-0000632383)
05-10-2010, Stb. 2010, 392 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, Stcrt. 2010, 15519 (uitgifte: 08-10-2010, regelingnummer: 2010-0000632383)
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
De verplichtingen van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen jegens werknemers die tot het tijdstip van transitie overheidsdienaar waren in de zin van artikel 1 van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren en hun nabestaanden ter zake van pensioenaanspraken die zijn opgebouwd op grond van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren, gaan over op de Staat der Nederlanden, indien zij tot het tijdstip van transitie:
- a.
werkzaam waren in openbare dienst van het eilandgebied Bonaire, Sint Eustatius of Saba, dan wel
- b.
werkzaam waren in openbare dienst van het Land Nederlandse Antillen en standplaats hadden op Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
2.
De verplichtingen van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen jegens gewezen en gepensioneerde overheidsdienaren, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren, en hun nabestaanden gaan over op de Staat der Nederlanden, indien die overheidsdienaren
- a.
werkzaam waren in openbare dienst van het eilandgebied Bonaire, Sint Eustatius of Saba, dan wel
- b.
werkzaam waren in openbare dienst van het land Nederlandse Antillen en laatstelijk standplaats hadden op Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
3.
De verplichtingen van de werkgever die voortvloeien uit de aan de in het eerste en tweede lid bedoelde pensioenaanspraken gekoppelde rechten op duurtetoeslag gaan over op de Staat der Nederlanden.
4.
Voor zover gewezen of gepensioneerde overheidsdienaren, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren, en hun nabestaanden recht hebben op een uitkering bij wijze van pensioen, gaan de verplichtingen van de werkgever die voortvloeien uit dat recht over op de Staat der Nederlanden.
5.
Voor zover de pensioenen van werknemers in verband met de gestegen kosten van levensonderhoud een wijziging ondergaan, worden de aan de pensioenen en pensioenaanspraken gekoppelde rechten, bedoeld in het derde lid, met ingang van de dag waarop de wijziging van het pensioen ingaat op gelijke voet aangepast aan die wijziging. Onder pensioen wordt in dit lid mede verstaan een uitkering of onderstand bij wijze van pensioen.
6.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is gemachtigd om namens de Staat der Nederlanden de verplichtingen, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, onder te brengen bij het fonds.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het bepaalde in het eerste tot en met vijfde lid. Deze regels kunnen in ieder geval betreffen de aan de aanspraken en rechten, bedoeld in dit artikel, verbonden verplichtingen van de in die leden bedoelde werknemers en gewezen of gepensioneerde overheidsdienaren.