Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 3.10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
De aangever verstrekt een afzonderlijke opgave van gegevens met behulp waarvan de aangegeven douanewaarde is berekend, indien:
- a.
een andere methode van waardebepaling wordt gehanteerd dan die bedoeld in artikel 3.14, eerste lid, onderdeel a; of
- b.
ingevolge artikel 3.9, vierde lid, een aangifte van gegevens inzake de douanewaarde als bedoeld in dat artikel, achterwege kan blijven, tenzij de aangegeven douanewaarde rechtstreeks uit de factuur of uit andere bescheiden blijkt.
2.
De opgave bevat ten minste:
- a.
de methode van bepaling van de douanewaarde;
- b.
een gedetailleerde opgave van de wijze van berekening; en
- c.
indien van toepassing, een verwijzing naar een door de inspecteur op grond van artikel 3.18, vierde lid, genomen beslissing.
3.
Ingeval de aangifte ten invoer schriftelijk is gedaan legt de aangever een exemplaar van de factuur aan de inspecteur over, indien de douanewaarde van de in te voeren goederen op grond van die factuur is aangegeven. De inspecteur behoudt dit exemplaar.