Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/24/EU betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen
Artikel 21 Standaardformulieren en wijze van communicatie
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2010
- Bronpublicatie:
16-03-2010, PbEU 2010, L 84 (uitgifte: 31-03-2010, regelingnummer: 2010/24/EU)
- Inwerkingtreding
20-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2010, PbEU 2010, L 84 (uitgifte: 31-03-2010, regelingnummer: 2010/24/EU)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
Invordering (V)
Europees belastingrecht (V)
1.
Verzoeken om inlichtingen overeenkomstig artikel 5, lid 1, verzoeken tot notificatie overeenkomstig artikel 8, lid 1, verzoeken tot invordering overeenkomstig artikel 10, lid 1, en verzoeken om conservatoire maatregelen overeenkomstig artikel 16, lid 1, worden met gebruikmaking van een standaardformulier langs elektronische weg ingediend, tenzij dit om technische redenen ondoenlijk is. Die formulieren worden voor zover mogelijk ook gebruikt voor iedere nadere mededeling in verband met het verzoek.
De uniforme titel voor het nemen van executiemaatregelen in de aangezochte lidstaat en het document voor het nemen van conservatoire maatregelen in de verzoekende lidstaat alsook de andere in de artikelen 12 en 16 bedoelde documenten worden eveneens langs elektronische weg verzonden, tenzij dit om technische redenen ondoenlijk is.
In voorkomend geval kunnen de standaardformulieren vergezeld gaan van verslagen, verklaringen en andere documenten, of van voor eensluidend gewaarmerkte afschriften of uittreksels van die documenten, die ook langs elektronische weg worden verzonden, tenzij dit om technische redenen ondoenlijk is.
Ook de uitwisseling van inlichtingen overeenkomstig artikel 6 kan geschieden met gebruikmaking van standaardformulieren en communicatie langs elektronische weg.
2.
Lid 1 is niet van toepassing op inlichtingen en documenten die worden verkregen bij de aanwezigheid in administratiekantoren in een andere lidstaat of de deelname aan administratieve onderzoeken in een andere lidstaat overeenkomstig artikel 7.
3.
Wanneer de communicatie niet langs elektronische weg of met gebruikmaking van standaardformulieren geschiedt, doet dit geen afbreuk aan de geldigheid van de verkregen inlichtingen of de maatregelen die zijn genomen om uitvoering te geven aan een verzoek om bijstand.