Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen Nederland en België, betreffende de territoriale rechterlijke bevoegdheid, betreffende het faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van authentieke akten
Artikel 14 [Exequaturprocedure]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1929
- Bronpublicatie:
28-03-1925, Stb. 1929, 405 (uitgifte: 05-08-1929, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1929
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-1925, Stb. 1929, 405 (uitgifte: 05-08-1929, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
1.
Elke belanghebbende partij kan het exequatur vragen.
2.
De procedure betreffende den eisch tot uitvoerbaarverklaring wordt beheerscht door de wet van den Staat, waar de tenuitvoerlegging wordt aangevraagd.
3.
De uitspraak over den eisch tot uitvoerbaarverklaring is niet vatbaar voor verzet. Zij kan steeds worden aangevochten door middel van hooger beroep binnen veertien dagen na den dag waarop zij is gegeven, in geval van tegenspraak, en binnen veertien dagen na den dag der beteekening in geval van verstek.
4.
De rechter kan eischen, dat de beslissing worde vertaald in de taal gebruikelijk ter plaatse, waar hij zetelt; deze vertaling zal voor eensluidend verklaard moeten worden door een beëedigd vertaler van zijn land.
5.
Een behoorlijk gelegaliseerd authentiek afschrift moet altijd worden overgelegd.
6.
De rechter kan bevelen, dat het exequatur volledig gevolg heeft, niettegenstaande beroep, met of zonder zekerheidsstelling.