Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001
Artikel 21bis Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024, terugwerkend tot: 01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
1.
Als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige als bedoeld in artikel 7.8 van de wet wordt mede aangemerkt een buitenlandse belastingplichtige die:
- a.
pensioen, lijfrente of een soortgelijke uitkering geniet:
- b.
voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in de aanhef en het slot van de eerste volzin van artikel 7.8, zesde lid, van de wet; en
- c.
aannemelijk maakt dat hij wegens de geringe hoogte van zijn inkomen in het woonland geen inkomstenbelasting is verschuldigd.
2.
Een buitenlandse belastingplichtige die in een kalenderjaar voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in onderdeel a of onderdeel b en het slot van de eerste volzin van artikel 7.8, zesde lid, van de wet, en die gedurende een deel van dat kalenderjaar als inwoner van een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, Zwitserland of de BES eilanden in de belastingheffing van die staat of op de BES eilanden wordt betrokken, wordt voor dat deel van het kalenderjaar aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige.
3.
Voor de inkomensverklaring, bedoeld in artikel 7.8, zesde lid, van de wet, wordt gebruikgemaakt van een door de inspecteur vastgestelde modelverklaring.
4.
De inkomensverklaring kan achterwege blijven, indien de buitenlandse belastingplichtige in een voorafgaand kalenderjaar is aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige en sindsdien onafgebroken is blijven voldoen aan de overige voorwaarden van artikel 7.8, zesde lid, van de wet.