Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/4/EG inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/ EEG van de Raad
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 14-02-2003
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2021, L 435).
- Bronpublicatie:
28-01-2003, PbEU 2003, L 41 (uitgifte: 14-02-2003, regelingnummer: 2003/4/EG)
- Inwerkingtreding
14-02-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-2003, PbEU 2003, L 41 (uitgifte: 14-02-2003, regelingnummer: 2003/4/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1.
‘milieu-informatie’: alle informatie in geschreven, visuele, auditieve, elektronische of enige andere materiële vorm over:
- a)
de toestand van elementen van het milieu, zoals lucht en atmosfeer, water, bodem, land, landschap en natuurgebieden met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, biologische diversiteit en haar componenten, met inbegrip van genetisch gemodificeerde organismen, en de interactie tussen deze elementen;
- b)
factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen van stoffen in het milieu die de onder a) bedoelde elementen van het milieu aantasten of waarschijnlijk aantasten;
- c)
maatregelen (met inbegrip van bestuurlijke maatregelen), zoals beleidsmaatregelen, wetgeving, plannen, programma's, milieuakkoorden en activiteiten die op de onder a) en b) bedoelde elementen en factoren van het milieu een uitwerking hebben of kunnen hebben, alsmede maatregelen of activiteiten ter bescherming van die elementen;
- d)
verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving;
- e)
kosten-baten- en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder c) bedoelde maatregelen en activiteiten;
- f)
de toestand van de gezondheid en veiligheid van de mens, met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, indien van toepassing, de levensomstandigheden van de mens, waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde toestand van elementen van het milieu of, via deze elementen, door het genoemde onder b) of c);
- 2.
‘overheidsinstantie’:
- a)
de regering of een ander overheidsorgaan, inclusief openbare adviesorganen, op nationaal, regionaal of lokaal niveau;
- b)
een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties naar nationaal recht uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met betrekking tot het milieu;
- c)
een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking tot het milieu verleent.
De lidstaten kunnen bepalen dat deze begripsomschrijving niet slaat op instellingen of organen die optreden in een rechterlijke of wetgevende hoedanigheid. Deze instellingen of organen kunnen zij van de begripsomschrijving uitsluiten, wanneer hun constitutionele bepalingen ten tijde van de vaststelling van deze richtlijn niet in een beroepsprocedure in de zin van artikel 6 voorzien;
- 3.
‘informatie die door een overheidsinstantie wordt beheerd’: milieu-informatie in het bezit van een overheidsinstantie die zij heeft opgesteld of ontvangen;
- 4.
‘informatie die voor een overheidsinstantie wordt beheerd’: milieu-informatie die in feite in opdracht van een overheidsinstantie door een natuurlijke of rechtspersoon wordt beheerd;
- 5.
‘aanvrager’: elke natuurlijke of rechtspersoon die om milieu-informatie verzoekt;
- 6.
‘publiek’: één of meer natuurlijke of rechtspersonen en, in overeenstemming met nationale wetgeving of praktijk, hun verenigingen, organisaties of groepen.