Einde inhoudsopgave
Inkwartieringswet
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
06-11-1997, Stb. 1997, 510 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25280)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De onder b van artikel 30 genoemde maatregel brengt voor de rechthebbenden ten aanzien van de voor die voorzieningen in aanmerking komende gebouwen en terreinen de verplichting mede te gedogen, dat daaraan door Onze Minister in bijzondere gevallen eenvoudige voorzieningen worden getroffen.
2.
Deze voorzieningen mogen uitsluitend getroffen worden met het doel het gebouw of terrein voor zijn eventuele militaire bestemming geschikt of meer geschikt te maken. Zij mogen nochtans niet van zodanige aard zijn, dat zij het gebruik van het gebouw of het terrein overeenkomstig zijn normale bestemming noemenswaardig belemmeren.
3.
De rechthebbenden ten aanzien van het goed zijn verplicht zorg te dragen, dat de voorzieningen niet worden verwijderd of gewijzigd zonder toestemming van Onze Minister.
4.
Indien de voorziening bestaat uit het aanbrengen van een goed, dat zonder veel schade verwijderd kan worden, blijft dat goed het eigendom van het Rijk.