Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie
Artikel 35 (erkenning en tenuitvoerlegging confiscatiebevel)
Geldend
Geldend vanaf 19-12-2020
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 35 (oud) vernummerd tot art. 41.
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 291 (uitgifte: 27-07-2020, kamerstukken: 35402)
- Inwerkingtreding
19-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2020, Stb. 2020, 411 (uitgifte: 30-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Strafprocesrecht (V)
1.
Een confiscatiebevel wordt erkend overeenkomstig Verordening 2018/1805. Voor zover het bevel betrekking heeft op de confiscatie van:
- a.
een geldsom, wordt het bevel ten uitvoer gelegd overeenkomstig de artikelen 6:1:1 tot en met 6:1:5, 6:1:9 en 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, de tweede titel van het vierde hoofdstuk van het Zesde Boek van het Wetboek van Strafvordering en de regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 6:4:19 van het Wetboek van Strafvordering zijn gesteld, met dien verstande dat de vordering tot de toepassing van het dwangmiddel gijzeling en het verzetschrift tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland;
- b.
een voorwerp, wordt het bevel ten uitvoer gelegd overeenkomstig de artikelen 6:1:2 tot en met 6:1:5 en 6:1:9 van het Wetboek van Strafvordering, het vijfde hoofdstuk van het Zesde Boek van het Wetboek van Strafvordering en de regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 6:5:3 van het Wetboek van Strafvordering zijn gesteld, met dien verstande dat het verzetschrift tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel wordt ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland.
2.
Indien de uitvaardigende autoriteit heeft besloten tot teruggave van een voorwerp, dan wel een overeenkomstige geldsom, aan het slachtoffer, of tot overdracht van een geldsom ter compensatie van het slachtoffer, wordt de tenuitvoerlegging van het bevel voltooid overeenkomstig artikel 30, eerste tot en met vierde lid, van Verordening 2018/1805.
3.
Indien het confiscatiebevel strekt tot:
- a.
overdracht van een voorwerp, dan wel een voorwerp in plaats van een geldsom, aan de uitvaardigende staat, wordt de tenuitvoerlegging van het bevel voltooid overeenkomstig artikel 30, zesde lid, onderdeel b, van Verordening 2018/1805;
- b.
overdracht van een geldsom aan de uitvaardigende staat, wordt de tenuitvoerlegging van het bevel voltooid overeenkomstig artikel 30, zevende lid, van Verordening 2018/1805.