Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet grondkamers
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2007
- Bronpublicatie:
06-12-2006, Stb. 2007, 164 (uitgifte: 24-05-2007, kamerstukken: 30833)
- Inwerkingtreding
01-09-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2007, Stb. 2007, 165 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Wet van 6 december 2006 ter uitvoering van titel 7.5 (Pacht) van het Burgerlijk Wetboek inzake de samenstelling en werkwijze van de grondkamers en de centrale grondkamer
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is tegelijk met het wetsvoorstel tot vaststelling en invoering van titel 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek onder gelijktijdige intrekking van de Pachtwet de bepalingen van de Pachtwet over de samenstelling en werkwijze van de grondkamers en van de Centrale Grondkamer over te hevelen naar een wet tot uitvoering van titel 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede enige wetgeving aan te passen aan genoemde titel;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: