Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 8.31
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak met betrekking tot luchthavens schade veroorzaakt, is titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht alleen van toepassing op de toekenning van vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van die wet die wordt veroorzaakt door het vaststellen of wijzigen van een luchthavenindelingbesluit of luchthavenverkeerbesluit.
2.
Een aanvraag om schadevergoeding wordt ingediend binnen vijf jaar nadat de desbetreffende bepaling van het luchthavenindelingbesluit of luchthavenverkeerbesluit in werking is getreden.
3.
Voor de toepassing van dit artikel bestaat schade als bedoeld in artikel 4:126 van de Algemene wet bestuursrecht alleen uit inkomens- of omzetderving of waardevermindering van een onroerende zaak.
4.
De aanvrager heeft het risico van het ontstaan van de schade, bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht, aanvaard als:
- a.
een regel die is gesteld met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, wordt gewijzigd of beëindigd door een luchthavenindelingbesluit of luchthavenverkeerbesluit of de wijziging daarvan,
- b.
gedurende een periode van ten minste drie jaar voorafgaande aan het luchthavenindelingbesluit of luchthavenverkeerbesluit of de wijziging daarvan van de mogelijkheden die de regel biedt geen gebruik is gemaakt, en
- c.
na het verstrijken van de periode, bedoeld onder b, de benadeelde ten minste een jaar voor de bekendmaking van het luchthavenindelingbesluit of luchthavenverkeerbesluit of de wijziging daarvan is gewezen op het voornemen tot wijziging of beëindiging van die regel.
5.
Van schade die bestaat uit waardevermindering van een onroerende zaak, wordt vier procent aangemerkt als behorend tot het normale maatschappelijke risico als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
6.
Van de aanvrager heft Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat een recht ten bedrage van € 500. De aanvrager wordt gewezen op de verschuldigdheid van het recht en wordt medegedeeld dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de door Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven rekening moet zijn bijgeschreven. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven, wordt de aanvrager niet-ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest. Indien op de aanvraag geheel of gedeeltelijk positief wordt beslist, stort Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat het betaalde recht terug.
7.
Afdeling 15.1 van de Omgevingswet blijft buiten toepassing voor zover de belanghebbende met betrekking tot de schade een beroep doet of kan doen op een schadevergoeding als bedoeld in het eerste lid.