Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 126a Afleggen eed of belofte
Geldend
Geldend vanaf 12-04-2017. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2017
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 126a (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
13-03-2017, Stb. 2017, 150 (uitgifte: 11-04-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-04-2017, terugwerkend tot: 01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2017, Stb. 2017, 150 (uitgifte: 11-04-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Zo spoedig mogelijk na aanstelling legt de militair de volgende eed of belofte af:
‘Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wetten en onderwerping aan de krijgstucht.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat beloof ik)’.
2.
In afwijking van het eerste lid legt de militair die bij zijn aanstelling is aangewezen voor het volgen van een initiële opleiding, de eed of belofte af zo spoedig mogelijk na het voltooien van die opleiding.
3.
Indien de militair ingevolge een eerdere aanstelling reeds de eed of belofte heeft afgelegd, wordt deze niet opnieuw afgelegd.