Einde inhoudsopgave
Reglement verpleging ter beschikking gestelden
Artikel 40 [Definitie eigen geld]
Geldend
Geldend vanaf 02-10-1997
- Bronpublicatie:
22-05-1997, Stb. 1997, 217 (uitgifte: 05-06-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-10-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-1997, Stb. 1997, 295 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Penitentiair recht / Algemeen
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
Onder eigen geld wordt verstaan:
- a.
het geld dat de verpleegde bij binnenkomst in de inrichting in zijn bezit heeft;
- b.
het geld dat tijdens zijn verblijf in de inrichting te zijnen gunste wordt ontvangen;
- c.
de vergoeding voor het verrichten van werkzaamheden en het arbeidsloon, bedoeld in artikel 46, tweede lid, van de wet.
2.
Het beheer van het eigen geld van de verpleegde berust bij het hoofd van de inrichting, tenzij in het verplegings- en behandelingsplan anders is bepaald.
3.
Wanneer de verpleegde geen beheer over zijn eigen geld heeft, heeft hij de beschikking over een rekening-courant bij de inrichting.