Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) nr. 4056/86 tot vaststelling van de wijze van toepassing van de artikelen 85 en 86 van het Verdrag op het zeevervoer
Afdeling I [vervallen]
Geldend
Vervallen per 18-10-2006
- Redactionele toelichting
Art. 1, lid 3, onder b) en c), de art. 3 t/m 7, art. 8, lid 2, en art. 26 blijven van toepassing op lijnvaartconferences die voldoen aan de vereisten van deze Verordening op 18-10-2006 voor een overgangsperiode van twee jaar te rekenen vanaf die datum.
- Bronpublicatie:
25-09-2006, PbEU 2006, L 269 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-10-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2006, PbEU 2006, L 269 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Zeevervoer
Art. 1. Doel en werkingssfeer van de verordening
Art. 2. Technische regelingen
Art. 3. Vrijstelling voor regelingen tussen vervoerders betreffende de exploitatie van lijnvaartdiensten
Art. 4. Voorwaarde voor de vrijstelling
Art. 5. Aan de vrijstelling verbonden verplichtingen
Art. 6. Vrijstelling voor mededingingsregelingen tussen vervoergebruikers en lijnvaartconferences betreffende het gebruik van lijnvaartdiensten
Art. 7. Toezicht op de vrijgestelde mededingingsregelingen
Art. 8. Gevolgen die onverenigbaar zijn met artikel 86 van het Verdrag
Art. 9. Conflicten van internationaal recht