Einde inhoudsopgave
Algemene douaneregeling
Artikel 7:28
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2016
- Bronpublicatie:
21-04-2016, Stcrt. 2016, 21764 (uitgifte: 28-04-2016, regelingnummer: AFP/2016/372M)
- Inwerkingtreding
01-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2016, Stcrt. 2016, 21764 (uitgifte: 28-04-2016, regelingnummer: AFP/2016/372M)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Agrarisch recht (V)
Douane (V)
Fiscaal strafrecht (V)
1.
De informatie, bedoeld in artikel 253, eerste lid, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie, is, behoudens in de gevallen waarin de goederen in het kader van de regeling passieve veredeling zijn uitgevoerd, niet vereist indien het de volgende goederen betreft:
- a.
motorrijtuigen alsmede kleine aanhangwagens die zijn bestemd voor het vervoer van reisbenodigdheden, duidelijk sporen van gebruik vertonen en samen met de motorrijtuigen worden ingevoerd, indien bij de motorrijtuigen een geldig kentekenbewijs aanwezig is en zij, alsmede de aanhangwagens, het in dat bewijs vermelde kenteken voeren, voor zover daaruit blijkt dat zij in het vrije verkeer zijn;
- b.
aanhangwagens, andere dan die zijn bedoeld in onderdeel a en opleggers, voor zover uit de overgelegde bescheiden dan wel op andere wijze blijkt dat zij in het vrije verkeer zijn;
- c.
luchtvaartuigen die in één der lidstaten van de Europese Unie zijn ingeschreven;
- d.
locomotieven en ander rollend spoorwegmaterieel, die zijn ingeschreven in het wagenpark van een in één der lidstaten gevestigde spoorweg- of andere onderneming, indien wordt aangetoond dat zij tevoren uit het vrije verkeer van het douanegebied van de Unie zijn uitgevoerd;
- e.
andere vervoermiddelen, indien wordt aangetoond dat zij tevoren uit het vrije verkeer van het douanegebied van de Unie zijn uitgevoerd;
- f.
containers, met inbegrip van het normale toebehoren en de normale uitrusting daarvan, verpakkingsmiddelen en andere voorwerpen, vervaardigd en ingericht voor het vervoer van goederen, alsmede dekkleden en stuwmateriaal ten aanzien waarvan bij wederinvoer, gelet op de aard, de bijzondere kenmerken en de gebruiksvoorwaarden, aannemelijk is dat zij tevoren uit het vrije verkeer van het douanegebied van de Unie zijn uitgevoerd;
- g.
goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers en die tevoren uit het vrije verkeer van het douanegebied van de Unie zijn uitgevoerd; de inspecteur kan vorderen dat de herkomst uit het vrije verkeer van het douanegebied van de Unie wordt aangetoond door middel van een schriftelijk bewijsstuk.
2.
Wanneer de inspecteur twijfelt of vervoermiddelen voldoen aan de voorwaarden voor de vrijstelling van rechten bij invoer, kunnen de vervoermiddelen worden ingevoerd nadat zekerheid is gesteld voor de rechten bij invoer die voor die vervoermiddelen verschuldigd zijn. De belanghebbende kan binnen drie maanden bij de inspecteur een verzoek indienen om voor de goederen alsnog vrijstelling van rechten bij invoer te verlenen, mits hij daarbij aantoont dat aan de voorwaarden voor de vrijstelling van rechten bij invoer is voldaan.
3.
Er bestaat geen recht op vrijstelling van rechten bij invoer voor een motorrijtuig waarvan het chassis- of framenummer is gewijzigd of verwijderd tenzij daartoe door de inspecteur toestemming is verleend.