Einde inhoudsopgave
Gemeentewet
Artikel 32 [Mondelinge stemming]
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2002
- Bronpublicatie:
20-12-2001, Stb. 2002, 13 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 27547)
- Inwerkingtreding
16-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2001, Stb. 2002, 13 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 27547)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling.
2.
Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen.
3.
Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.
4.
Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.
5.
Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.
6.
Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.