Einde inhoudsopgave
Intrekkingswet BB
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1986
- Bronpublicatie:
11-06-1986, Stb. 1986, 312 (uitgifte: 19-06-1986, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19394 Overheid.nl: 19394)
- Inwerkingtreding
01-07-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-1986, Stb. 1986, 313 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Rechtsgedingen die betrekking hebben op de rechtspositie van de noodwachter worden na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 4,eerste[lees: 4, eerste] lid, of zoveel eerder als de liquidatie is voltooid, voortgezet door of tegen onderscheidenlijk gevoerd door of tegen Onze Minister.
2.
De overige rechtsgedingen, waarbij een kring betrokken is, worden met ingang van de datum waarop de liquidatie is voltooid doch uiterlijk zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wet voortgezet door of tegen de gemeente, waar de kring zijn zetel heeft.
3.
Ten aanzien van de rechtsgedingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is het bepaalde in de artikelen 254 tot en met 262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.