Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 339 [Bijkomende straffen bij bedrog]
Geldend
Geldend vanaf 07-04-1986
- Bronpublicatie:
27-03-1986, Stb. 1986, 139 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18973 Overheid.nl: 18973)
- Inwerkingtreding
07-04-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-1986, Stb. 1986, 140 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
1.
Bij veroordeling wegens een der in deze titel omschreven misdrijven, kan de rechter de openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten en de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft.
2.
Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 326, 328, 331 en 332 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.