Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Canada tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 30 Inwerkingtreding
Geldend
Geldend vanaf 21-08-1987
- Bronpublicatie:
27-05-1986, Trb. 1986, 65 (uitgifte: 03-06-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-08-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-1987, Trb. 1987, 147 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de dertigste dag na de laatste der beide data waarop de onderscheiden Regeringen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld, dat de in hun onderscheiden Staten grondwettelijk vereiste formaliteiten zijn vervuld en, onder voorbehoud van de bepalingen van het derde, vierde, vijfde en zesde lid, vinden de bepalingen ervan toepassing:
- (a)
met betrekking tot aan de bron geheven belastingen op bedragen betaald of betaalbaar gesteld op of na 1 januari van het kalenderjaar waarin de Overeenkomst in werking is getreden;
- (b)
met betrekking tot andere belastingen voor belastingjaren die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar waarin de Overeenkomst in werking is getreden.
2.
Onder voorbehoud van de bepalingen van het derde, vierde, vijfde en zesde lid houdt de bestaande Overeenkomst op van toepassing te zijn met betrekking tot belastingen waarop deze Overeenkomst overeenkomstig de bepalingen van het eerste lid van toepassing is.
3.
Indien echter enige bepaling van de bestaande Overeenkomst, met uitzondering van die bepalingen die het onderwerp zijn van het vierde, vijfde en zesde lid, een grotere vermindering van belasting zou hebben opgeleverd dan ingevolge deze Overeenkomst wordt verleend, blijft zulk een bepaling als hiervoor bedoeld van toepassing voor belastingjaren die aanvangen voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.
4.
Indien een dividend wordt betaald door een lichaam dat op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst inwoner is van een van de Staten en indien met betrekking tot het dividend wordt voldaan aan de voorwaarden neergelegd in de letters (a),(b) en (c) van het derde lid van artikel VII van de bestaande Overeenkomst, is het derde lid van artikel VII van de bestaande Overeenkomst op het dividend van toepassing in het jaar van ondertekening van deze Overeenkomst en in de drie daaropvolgende kalenderjaren. Voor de toepassing van dat derde lid:
- (a)
worden voordelen verkregen door een lichaam dat inwoner is van een van de Staten uit de vervreemding van aandelen in een lichaam dat geen inwoner is van die Staat, geacht te zijn inkomsten die door het eerstbedoelde lichaam, hetzij verkregen, hetzij vorderbaar waren, in de vorm van of in de plaats van betaling van dividenden door het laatstbedoelde lichaam;
- (b)
wordt een verwijzing naar ‘lichaam’ in dit lid en in het derde lid van artikel VII beschouwd tevens een opvolgend lichaam daarvan te omvatten, die het resultaat is van een juridische fusie.
Dit lid is echter in geen geval van toepassing op een dividend betaald na 31 december 1988.
5.
Indien enige bepaling van de bestaande Overeenkomst aan een inwoner van Nederland een grotere vermindering van belasting zou hebben opgeleverd met betrekking tot interest (andere dan interest van obligaties) van enige vordering, verzekerd door hypotheek op een in Canada gelegen onroerende zaak, en indien de hypotheek tot zekerheid diende van een op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst bestaande verplichting, blijft die bepaling van toepassing op zodanige interest die wordt ontvangen in het jaar van ondertekening van deze Overeenkomst en in de 18 kalendermaanden die op dat jaar volgen. Dit lid zal echter in geen geval van toepassing zijn op interest ontvangen na 30 juni 1987 of op voor die datum ontvangen interest die betrekking heeft op een tijdvak na die datum.
6.
Indien enige bepaling van de bestaande Overeenkomst aan een inwoner van een van de Staten een grotere vermindering van belasting zou hebben opgeleverd ter zake van vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, nijverheids- of handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting, betaald ingevolge een op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst bestaande overeenkomst, blijft die bepaling van toepassing met betrekking tot elke vergoeding betaald in het jaar van ondertekening van deze Overeenkomst en in de drie daaropvolgende kalenderjaren. Dit lid is echter in geen geval van toepassing op vergoedingen betaald na 31 december 1988 of op vergoedingen betaald voor die datum voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, uitrusting na die datum.
7.
De bestaande Overeenkomst wordt beëindigd op de laatste dag waarop zij overeenkomstig de voorgaande bepalingen van dit artikel van toepassing is.
8.
De beëindiging van de bestaande Overeenkomst, zoals voorzien in het zevende lid, doet de Overeenkomst tussen de Regering van Canada en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, zoals tot stand is gekomen door een notawisseling gedagtekend 23 september 1929 betreffende wederzijdse vrijstelling van belastingen van de inkomsten, verkregen met de exploitatie van schepen, niet herleven. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt die Overeenkomst beëindigd.
9.
In deze Overeenkomst betekent de uitdrukking ‘bestaande Overeenkomst’ de op 2 april 1957 te Ottawa ondertekende Overeenkomst tussen Canada en het Koninkrijk der Nederlanden ter vermijding van dubbele belasting en ter voorkoming van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen van inkomsten, zoals deze is gewijzigd bij de op 28 oktober 1959 te Ottawa ondertekende Aanvullende Overeenkomst en zoals deze nader is gewijzigd bij de op 3 februari 1965 te Ottawa ondertekende Aanvullende Overeenkomst.