KG:011:2023:5 WKO-installatie en de status van financiële beleggingsinstelling (fbi-regime)
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 29-03-2023
- Bronpublicatie:
29-03-2023, Internet 2023, kennisgroepen.belastingdienst.nl (uitgifte: 29-03-2023, regelingnummer: KG:011:2023:5)
- Inwerkingtreding
29-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2023, Internet 2023, kennisgroepen.belastingdienst.nl (uitgifte: 29-03-2023, regelingnummer: KG:011:2023:5)
- Overige regelgevende instantie(s)
KG Bijzondere Winstbepalingen Vennootschapsbelasting
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Beleggingsinstelling
Aanleiding
Belastingplichtige is eigenaar van een winkelcentrum. Belastingplichtige is voornemens in het winkelcentrum een zogeheten WarmteKoudeOpslag-installatie (WKO-installatie) te laten installeren ten behoeve van haar huurders. Met deze WKO-installatie gaat belastingplichtige energie leveren aan haar huurders.
Boven het winkelcentrum komen appartementen. Deze appartementen worden door een ander gebouwd en verkocht. Na installatie van de WKO-installatie blijkt dat de kopers van de appartementen (derden) gebruik willen maken van de WKO-installatie. Het gebruik van de WKO-installatie zal voor ruim 80% bij de huurders van belastingplichtige liggen en voor minder dan 20% bij derden.
Vragen
- 1.
Brengt de investering in de WKO-installatie de status van financiële beleggingsinstelling (hierna: fbi) in gevaar?
- 2.
Raakt belastingplichtige de fbi-status kwijt als zij met de WKO-installatie diensten gaat leveren (energie gaat leveren) aan niet-huurders, die in hetzelfde complex woonachtig zijn?
Antwoorden
- 1.
Nee.
- 2.
In principe brengen de energieleveranties aan derden de status van fbi in gevaar. Daaraan kan worden ontkomen door een verzoek op basis van artikel 28, vijfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969) te doen.
Beschouwing 1
Belastingplichtige gaat, met behulp van een WKO-installatie in het verhuurde gebouw, energie leveren aan uitsluitend haar huurders. Alhoewel er met deze WKO-installatie (zeer) hoge rendementen worden verwacht (hoger dan bij een conventionele installatie), is de aanwezigheid van een verwarmingsinstallatie zodanig met het gebouw verbonden, dat de energielevering aan huurders past binnen de verhuuractiviteiten. Zonder aanwezigheid van een adequate verwarmingsinstallatie zullen de verhuuractiviteiten niet uitgeoefend kunnen worden. De energielevering aan de huurders gaat daardoor als het ware op in de beleggingsactiviteit van de verhuur.
Beschouwing 2
De exploitatie van de WKO-installatie voor ‘eigen gebruik’ (aan eigen huurders) is nog passend binnen de fbi-status. Zie vraag en antwoord 1. De exploitatie van de WKO-installatie voor derden (appartementseigenaren) kan niet geduid worden als een beleggingsactiviteit. Het betreft een normale ondernemingsactiviteit, namelijk de levering van energie aan derden. Als belastingplichtige met de WKO-installatie ook levert aan gebruikers buiten het verhuurde gebouw, is deze energielevering een ondernemingsactiviteit waardoor niet langer wordt voldaan aan de beleggingseis van artikel 28 Wet Vpb 1969. Daardoor komt de fbi-status zonder meer in gevaar.
De enige manier om daaraan te ontkomen is door middel van een goedkeuring op basis van art. 28, vijfde lid, Wet Vpb 1969. Om deze goedkeuring te kunnen krijgen, moeten de ondernemingsactiviteiten die voor derden worden verricht van ondergeschikte betekenis zijn. Hiervan is sprake als ten minste 70% van de te gebruiken energie voor ‘eigen gebruik’ (dus ten behoeve van eigen huurders) wordt opgewekt. Als de ondernemingsactiviteiten die voor derden worden verricht niet van ondergeschikte betekenis zijn, is belastingplichtige primair bezig als energieleverancier en dan vervalt de fbi-status.
NB De bovenstaande vragen en antwoorden zijn door de kennisgroep oorspronkelijk vastgesteld in respectievelijk 2008 en 2010.
Verwijzing
Naar dit standpunt wordt verwezen in standpunt KG:011:2022:6.