Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling praktijkleren
Artikel 15c Aanvullende subsidie voor bbl-plek sectoren landbouw, horeca of recreatie
Geldend
Geldend van 23-07-2021 tot 01-01-2029
- Bronpublicatie:
07-07-2021, Stcrt. 2021, 35935 (uitgifte: 22-07-2021, regelingnummer: MBO/28142118)
- Inwerkingtreding
23-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, Stcrt. 2021, 35935 (uitgifte: 22-07-2021, regelingnummer: MBO/28142118)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
In aanvulling op de subsidie die wordt verstrekt aan een werkgever op grond van artikel 4, kan de Minister subsidie verstrekken voor een gerealiseerde praktijkplaats voor een mbo-student in het kader van een beroepsopleiding voor zover het betreft de beroepsbegeleidende leerweg, bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, van de WEB, in één van de sectoren landbouw, horeca of recreatie.
2.
In afwijking van artikel 16 kunnen slechts werkgevers in aanmerking komen voor de aanvullende subsidie waarvan op het moment van aanvragen en gedurende het studiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft, de hoofdactiviteit bij de Kamer van Koophandel geregistreerd staat onder één van de SBI-codes die voorkomt in bijlage 1 bij deze regeling.
3.
De subsidie wordt op aanvraag verstrekt. De subsidieaanvraag maakt onderdeel uit van de aanvraag, bedoeld in artikel 16, juncto artikel 4.
4.
In afwijking van artikel 15 wordt het subsidiebedrag per gerealiseerde praktijkleerplaats berekend aan de hand van het beschikbare bedrag voor de desbetreffende categorie gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie.
5.
In afwijking van het tweede lid kan de aanvullende subsidie ook worden toegekend indien de werkgever ten genoegen van de Minister aantoont dat een onderneming op het moment van aanvragen en gedurende het studiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft, feitelijk een activiteit uitvoert als hoofdactiviteit die valt onder een SBI-code die in bijlage 1 van deze regeling is opgenomen. De werkgever kan dit aantonen aan de hand van een afschrift van de Kamer van Koophandel, waarin de desbetreffende SBI-code is geregistreerd, in samenhang met andere stukken waaruit blijkt dat de werkgever feitelijk een hoofdactiviteit heeft die onder één van de in de bijlage 1 opgenomen SBI-codes valt.