Einde inhoudsopgave
Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting
Artikel 14 Informatieverplichting voortgang
Geldend
Geldend van 13-06-2023 tot 12-06-2028
- Bronpublicatie:
05-06-2023, Stcrt. 2023, 15029 (uitgifte: 12-06-2023, regelingnummer: WJZ/ 27312934)
- Inwerkingtreding
13-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2023, Stcrt. 2023, 15029 (uitgifte: 12-06-2023, regelingnummer: WJZ/ 27312934)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Agrarisch recht (V)
Staatssteun (V)
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De subsidieontvanger verstrekt de minister op diens verzoek informatie over de uitvoering van de in artikel 5, eerste lid, bedoelde vereisten.
2.
De subsidieontvanger verstrekt de minister binnen twee weken na afloop van de in artikel 13, eerste lid, onder b, bedoelde termijn informatie over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de in artikel 5, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, e, f en g bedoelde vereisten.
3.
De in het tweede lid bedoelde informatieverstrekking vindt plaats met gebruikmaking van een daartoe door de minister ter beschikking gesteld middel.
4.
Bij de informatieverstrekking worden de volgende bescheiden gevoegd:
- a.
een kopie van de kennisgeving over het geheel of gedeeltelijk vervallen van het productierecht, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel c;
- b.
een kopie van de omgevingsrechtelijke melding, dan wel intrekking of wijziging van de omgevingsvergunning beperkte milieutoets of omgevingsvergunning milieu, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d;
- c.
een kopie van het besluit tot intrekking van de natuurvergunning of, indien op de locatie na de sluiting andere activiteiten worden verricht, van de berekening van de stikstofdepositie als gevolg van die activiteiten;
- d.
indien uit de in onderdeel c bedoelde berekening blijkt dat deze activiteiten stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied veroorzaken: een kopie van het besluit van gedeputeerde staten respectievelijk het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel f;
- e.
een kopie van het verzoek, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel g, en van een bericht van de gemeente waaruit blijkt dat het verzoek in behandeling is genomen.