Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/2854 betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en Richtlijn (EU) 2020/1828 (Dataverordening)
Artikel 21 Delen van in de context van een uitzonderlijke noodzaak verkregen gegevens met onderzoeksorganisaties of statistische instanties
Geldend
Geldend vanaf 11-01-2024
- Bronpublicatie:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2854 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023/2854)
- Inwerkingtreding
11-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2854 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023/2854)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Informatierecht / ICT
1.
Overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank of organen van de Unie mogen uit hoofde van dit hoofdstuk ontvangen gegevens delen:
- a)
met personen of organisaties met het oog op het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek of analyses die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de gegevens werden gevraagd; of
- b)
met nationale bureaus voor de statistiek of Eurostat voor het opstellen van officiële statistieken.
2.
Personen of organisaties die de gegevens overeenkomstig lid 1 ontvangen, handelen zonder winstoogmerk of in het kader van een in het Unie- of nationale recht erkende taak van algemeen belang. Hieronder vallen niet organisaties waarop commerciële ondernemingen een aanzienlijke invloed uitoefenen die waarschijnlijk zal leiden tot preferentiële toegang tot de resultaten van het onderzoek.
3.
Personen of organisaties die de gegevens overeenkomstig lid 1 van dit artikel ontvangen, voldoen aan dezelfde verplichtingen die van toepassing zijn op de overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank of de organen van de Unie overeenkomstig artikel 17, lid 3, en artikel 19.
4.
Niettegenstaande artikel 19, lid 1, punt c), mogen personen of organisaties die de gegevens overeenkomstig lid 1 van dit artikel ontvangen, de ontvangen gegevens voor het doel waarvoor de gegevens werden gevraagd, bewaren tot zes maanden na het wissen van de gegevens door de overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank en de organen van de Unie.
5.
Indien een overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie voornemens is gegevens uit hoofde van lid 1 van dit artikel beschikbaar te stellen, stelt zij/het onverwijld de gegevenshouder van wie de gegevens zijn ontvangen daarvan in kennis met vermelding van de identiteit en contactgegevens van de organisatie of de persoon die de gegevens ontvangt, het doel van de doorgifte of beschikbaarstelling van de gegevens, de termijn gedurende welke de gegevens mogen worden gebruikt en de technische bescherming en organisatorische maatregelen die zijn genomen, ook indien het persoonsgegevens of bedrijfsgeheimen betreft. Indien de gegevenshouder het niet eens is met het doorgeven of beschikbaar stellen van gegevens, kan hij een klacht indienen bij de op grond van artikel 37 aangewezen bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij is gevestigd.